[EA] De aanpak van Syriëstrijders en van radicalisering in onze gemeente

Grimbergen behoort tot de veertig Vlaamse gemeenten die de voorbije jaren minstens één inwoner zagen ten strijde trekken richting Syrië. Volgens Binnenlandse Zaken zouden er zelfs vier vertrekkers zijn vanuit Grimbergen.

Merkwaardig genoeg antwoordde de burgemeester op een rondvraag vanwege De Standaard in de editie van 19 mei “Syriëstrijders? Daar weet ik niets van.”

Dit antwoord is vreemd omdat de kwestie reeds even ter sprake kwam op een gemeenteraad. Ook werd Grimbergen reeds in deze context vermeld in de media, met name in Humo op 26 november 2013, in Knack op 25 december 2013 en in De Standaard op 22 maart 2016.

Het is dan ook moeilijk te geloven dat de burgemeester over deze kwestie gewoon niets wist te vertellen n.a.v. het onderzoek van de betrokken krant.

De krant maakte ook melding van het feit dat men in tien gemeenten is gestart met de ‘begeleiding van individuele casussen’. Daarbij zijn er zelfs gemeenten (zoals Aalst en Zele) die zelf nog geen Syriëstrijders hadden.

Het is dan ook de vraag hoe Grimbergen met dit fenomeen en met dat van de radicalisering omgaat.

Voorstel

De gemeenteraad van Grimbergen draagt het college van burgemeester en schepenen op om een antwoord te geven op de volgende vragen:

1. Klopt het inderdaad dat er vanuit Grimbergen 4 strijders vertrokken naar Syrië? Zo ja, wanneer vertrokken zij en bij welke groepen sloten zij zich aan? Waren er strijders die kozen voor IS of analoge groepen?

2. Door wie werd Grimbergen hierover ingelicht? Wie kent de identiteit van de betrokkenen? Kregen we vanwege de federale of Vlaamse overheid tips of hulp om deze problematiek beter het hoofd te bieden?

3. Werden de families van betrokkenen benaderd? Werden deze jongeren uitgeschreven uit onze gemeente en werden eventuele uitkeringen stopgezet?

4. Bestaat er een profiel van deze jongeren? Om welke leeftijd gaat het? Zijn er onderlinge verbanden? Zijn er banden met groepen in Vilvoorde?

5. Kwamen er van deze jongeren reeds terug en zo ja, hoeveel? Hoeveel kwamen er in de gevangenis terecht? In welke mate werden en worden deze jongeren desgevallend opgevolgd?

6. Heeft de gemeente of de politie weet van andere jongeren die ten prooi vallen van radicalisering? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het? Op welke wijze wordt dit opgevolgd?

7. Ging de gemeente reeds in op een eventueel aanbod van hogerhand inzake deradicalisering en zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet? Welk programma heeft de meerderheid daaromtrent in petto?

Bart Laeremans

Uit het verslag van de gemeenteraad:

Burgemeester Marleen MERTENS krijgt het woord en geef teen korte inleiding. Inzake het artikel in de pers wenst de burgemeester duidelijk te maken dat zij zich in Sint-Petersburg bevond met haar dochter toen zij telefonisch gecontacteerd werd door een journaliste van “De Standaard”. De journaliste vroeg of het klopt dat er 4 Syriëstrijders vertrokken zijn vanuit de gemeente Grimbergen waarop de burgemeester vroeg of zij hiermee recent bedoelde. De burgemeester heeft toen duidelijk gemaakt dat deze cijfers, deze 4 personen waarvan zij sprak, dat dit cijfers van 2013 zijn en dat de burgemeester geen weet heeft van nieuwe gegevens zodat niet meer informatie kon geven. De verbinding was trouwens ook niet goed. Zo is het persartikel dus tot stand gekomen.

Korpschef Jurgen BRAECKMANS krijgt het woord en wijst erop dat hij zal moeten herhalen wat hij reeds tijdens vorige gemeenteraadszittingen heeft gezegd nl. dat de informatie-uitwisseling in dit kader geregeld wordt door een omzendbrief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van 21 augustus 2015. Naast deze omzendbrief is er ook nog een vertrouwelijke omzendbrief inzake de gerechtelijke vervolging van deze vrijheidsstrijders.
Voor vragen 1 tot en met 6 beroept de korpschef zich op zijn beroepsgeheim.

Daarna licht de korpschef de werkwijze uitgebreid toe. Hieruit blijkt o.a. dat de cel “Terror” van de lokale politie Grimbergen uit 4 personen bestaat, die toegang hebben tot informatie uit de dynamische databank waarin gegevens verwerkt worden. Hij verwijst hierbij onder meer naar de dienstenrichtlijn welke hij voor het korps uitwerkte en die door de procureur als voorbeeld van goede praktijk wordt gebruikt.
Gemeenteraadslid Bart LAEREMANS dankt de korpschef voor zijn uitgebreid en begrijpt absoluut dat hij zich moet beroepen op zijn beroepsgeheim, maar wenst toch nog een aantal vragen te stellen. Er zijn dus slechts 4 personen die de veiligheidsmachtiging hebben waarvan er maar één aan bepaalde informatie kan komen.
Gemeenteraadslid Jean DEWIT vraagt dat dit besproken wordt in een geheime vergadering. Raadslid LAEREMANS antwoordt hierop dat raadslid DEWIT zich niet moet aanstellen.
Korpschef Jurgen BRAECKMANS stelt dat men om toegang te hebben tot deze databank men de veiligheidsmachtiging geheim moet hebben. Voorafgaand aan het bekomen van een dergelijke machtiging loopt er een onderzoek dat zes maanden in beslag neemt. 4 personen is meer dan voldoende. De burgemeester heeft hier geen toegang toe.

Facebooktwitter