Deze voormiddag, ter nagedachtenis van Wapenstilstand, hield Vernieuwing-schepen Bart Laeremans een toespraak aan het monument voor de gesneuvelden van de Borght. U leest zijn pakkende toespraak hier:
“Geachte oudstrijders en oud-militairen,
Geachte dames en heren,
Beste jongens en meisjes van de Negensprong,
Beste vrienden,
Vandaag staan we hier opnieuw naar jaarlijkse traditie aan het gedenkteken van de gesneuvelden van onze wijk, om een uniek moment te gedenken, waarnaar zovelen ooit gesnakt hebben: het einde van de oorlog.
We gedenken vandaag het einde van de beide wereldoorlogen. De Wapenstilstand van 11 november 1918 en de overwinning in mei ’45 op Nazi-Duitsland.
De Eerste Wereldoorlog was gekenmerkt door de brutale agressie van een imperialistische veroveraar. Deze agressie zorgde ook in onze streek voor een hoge tol, zowel op maatschappelijk vlak (denk maar aan de vernietiging van de universiteit van Leuven) als op menselijk vlak. Denk maar aan de marteldood van onze Grimbergse pastoor Wouters en aan de gevallen soldaten uit onze wijk en onze gemeente.
Deze oorlog mondde ook uit in een kentering in dit land met de invoering van het algemene stemrecht, de opkomst van de Frontbeweging en de vernederlandsing van het leger. In de Eerste Wereldoorlog werden Vlaamse soldaten bevolen in het Frans, door Franstalige officieren, in het taal die ze vaak niet eens verstonden.
De Tweede Wereldoorlog was gekenmerkt door nog meer agressie en gruwel, op een nog veel grotere schaal. Europa kreeg te maken met een totalitair regime, dat niet alleen de democratie en de rechtsstaat wilde vernietigen, maar ook mensen wilde vernietigen, niet enkel omdat ze soldaat waren, maar ook louter omdat ze joods waren, zigeuner waren, andersgeaard waren.
We gedenken vandaag dus niet alleen de gesneuvelde soldaten, maar ook zovelen miljoenen gewone Europeanen.
We staan stil bij de vernietigende impact die een oorlog kan hebben, soms generaties ver, zoals recente televisieprogramma’s nog aantoonden.
We staan stil bij de diepe wonden die geslagen werden. Families die tegen mekaar werden opgezet. Compleet onschuldige mensen die tijdens de oorlog laffelijk vermoord werden. Mensen van het verzet die verklikt werden en vervolgens gemarteld of geëxecuteerd. Gewone mensen die na de oorlog het slachtoffer waren van blinde wraak en vergelding. Helaas bleven vele kansen om in dit land verzoening tot stand te brengen onbenut.
En we denken vandaag ook aan de miljoenen Oost-Europeanen, die in 1945 bevrijd werden van het ene totalitaire regime, maar die er een ander in de plaats kregen. En die pas 30 jaar geleden, met de val van de muur en het neerhalen van het IJzeren gordijn, de vrijheid opnieuw mochten proeven, in een vrij land mochten leven.
Vrede en vrijheid zijn kostbare waarden, die nooit voorgoed verworven zijn. Daarom is het zo belangrijk dat we diegenen die hun leven gaven, blijven gedenken. Zodat ook jonge mensen zouden beseffen welke offers er werden gegeven voor onze vrijheid, zeer vaak door heel jonge mensen.
Minstens vier van de zeven Borgeloenen die we vandaag herdenken, Frans Bel, Jozef Van den Berghe, Karel Lauwers en Adriaan Walraevens, waren geen gewone, gemobiliseerde soldaten, zij waren jonge vrijwilligers, die op eigen initiatief naar het front zijn vertrokken en hun leven bewust op het spel zetten.
Vanuit de loopgraven aan de IJzer klonk de hartenkreet van de frontsoldaten “Nooit meer oorlog”. Oorlog is zowat het meest verschrikkelijke wat een mens kan meemaken en bijgevolg moet wereldwijd alles ondernomen worden om oorlogen te voorkomen of te beëindigen.
Maar juist daarom blijven militairen en blijven legers absoluut noodzakelijk. Kijk maar naar de grote inspanningen die nodig waren om het IS-kalifaat in Syrië en Irak te stoppen. We willen daarom vandaag ook een eresaluut brengen en dank zeggen aan al diegenen die vandaag -met gevaar voor eigen leven- onze vrijheid verdedigen. Ik dank u.”
.