Nationaal stadion op Parking C: kern van de problemen blijft
De selectie van de partner waarmee in zee wordt gegaan voor de eventuele bouw van het nationaal voetbalstadion op Parking C, verandert niets aan de kern van het probleem: op een locatie die vandaag reeds oververzadigd is op het vlak van mobiliteit, wordt een bijkomende publiekstrekker geplaatst die voor nóg veel meer autoverkeer zal zorgen.
De noorderring tussen de A12 en de E19 is vandaag reeds het drukst bereden stuk autosnelweg en het meest filegevoelige punt van het land. Uitgerekend daar plant men drie nieuwe shoppingcentra én een nationaal voetbalstadion. Elke mens met gezond verstand wéét dat zo’n overconcentratie zal leiden tot een permanent verkeersinfarct rond Brussel, met grote negatieve gevolgen ook voor de mobiliteit in de noordrandgemeenten zelf.
Daarom blijven wij Parking C nog steeds een bijzonder ongeschikte locatie vinden en blijven wij betreuren dat Brussel is afgestapt van de nochtans evidente keuze voor de terreinen van Schaarbeek Vorming, zodat men vanuit het hele land met het openbaar vervoer naar het stadion kon komen.
Daarnaast kan niemand om de vaststelling heen dat de stad en het Gewest Brussel het terrein van Parking C beschouwen als Brussels territorium waar zij ongehinderd de wet kunnen dicteren. Brussels minister Guy Vanhengel spreekt in De Standaard van vandaag over “een nieuw nationaal symbool in onze hoofdstad.”
Nochtans ligt het hele terrein op Grimbergs en dus Vlaams grondgebied. De essentiële beslissingen in dit dossier werden evenwel genomen zonder dat Vlaanderen hierin als een gelijkwaardige partner erkend werd. Ook de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur doet vandaag in Le Soir alsof Parking C exclusief in zijn stad ligt:
“Ce que nous souhaitons, c’est que le stade ait aussi des retombées économiques, en termes d’emploi et aussi sur le plan social. Nous allons négocier avec le consortium le type d’activités économiques qui pourront être développées autour du stade. Ce futur stade doit bénéficier aux Bruxellois et permettre de repositionner Bruxelles sur la carte mondiale du sport et jouer un rôle essentiel pour la visibilité internationale de notre ville.”
Meer nog dan de twee concurrerende projecten zal dat van Ghelamco leiden tot een belangrijke economische activiteit op Parking C. Om de ondergrondse parking en de aanleg van het park te financieren, komt er in de Ghelamco-plannen een gigantische sportcampus (minstens vier verdiepingen, met een binnenplein van 2 hectare), waar alle overheden en ondernemingen die in België met sport, revalidatie en wellness te maken hebben, zich kunnen vestigen.
Op welke wijze kan dit nog verzoend worden met het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse Rand en van Grimbergen? Op welke wijze kan hier de nochtans dwingende wetgeving op het gebruik der talen in het bedrijfsleven worden toegepast? Aan Vlaamse kant is het hierover oorverdovend stil.
In de praktijk dreigt Parking C hierdoor een Brusselse enclave te worden in Grimbergen, waar onze gemeente enkel nog wat te zeggen zal hebben op het vlak van ordehandhaving en fiscaliteit.
De plannen zullen onvermijdelijk zware gevolgen hebben voor het Nederlandstalig karakter van onze gemeente en onze streek. Daarom zullen we ze blijven bestrijden.
Bart Laeremans
